Deze week kreeg ik tot mijn grote vreugde te horen dat ik de Keetje Hodshon Prijs gewonnen heb ter bekroning van mijn proefschrift De mug en de kaars. Vriendschap en liefde in alba amicorum van adellijke vrouwen uit de Noordelijke Nederlanden, 1575-1640 en mijn verdere publicaties. De Keetje Hodshon Prijs is ingesteld door de J.C. Ruigrok Stichting te Haarlem als aanmoedigingsprijs voor onderzoekers die in het jaar van toekenning niet langer dan vijf jaar zijn gepromoveerd, ter bekroning van oorspronkelijk onderzoek op het gebied van de geesteswetenschappen. De uitreiking van de prijs is op vrijdag 29 juni om 16.00u in het gebouw van de Hollandsche Maatschappij in Haarlem.
Cornelia Catharina (‘Keetje’) Hodshon is bekend vanwege het naar
haar genoemde Hodshonhuis in Haarlem: een statig en destijds zeer modern pand aan het Spaarne, waarin tegenwoordig de gerenommeerde Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) is gevestigd. De opdracht tot het bouwen ervan gaf Keetje Hodshon in 1791 – ze was toen 22 jaar. Wat bezielde een jonge vrouw in de revolutionaire tijden aan het eind van de achttiende eeuw om voor zichzelf een woonhuis met meer dan veertig vertrekken te laten bouwen? Els Kloek en Maarten Hell schreven een mooi boek over deze eigenzinnige Haarlemse, de rijkste vrouw van de stad, die kanonnen en een oorlogsschip doneerde aan de patriotse hervormingsbeweging en koos voor het zelfstandige leven van een vrijgezel in een huis dat haar vele maten te groot was.